De inscriptie luidt: ‘Elst op 25-9-1944 bevrijd door 7 Somerset L.I. Regt, 1 Worcester Regt, 4/7 Royal Dragoon Guards’. Het balanceren van het schild op de rand van het blok symboliseert de voortdurende angst en bedreiging; het schild het verzet en de zwerm vogels de vrijheid. Het stuk travertin is 65 cm. hoog, het bronzen gedeelte 120 cm.
Het bevrijdingsmonument is op 17 september 1984 onthuld door de toenmalige Britse ambassadeur Sir Philip Mansfield ter gelegenheid van de veertigjarige herdenking van de bevrijding van Elst op 25 september 1944. Het is een gedenkteken ter ere van de bevrijders, maar dient ook ter herdenking van de bij de strijd om Elst gesneuvelde Britse militairen. De Somersets verloren een luitenant en tien soldaten, de Worcestershires twee compagniescommandanten met de majoorsrang en eenentwintig soldaten en de Royal Dragoon Guards een luitenant en twee cavaleristen. We will remember them.
De geallieerden voerden van 17 tot 21 september 1944 hun groots opgezette offensief Market Garden uit, een gecombineerde operatie van luchtlandingstroepen (Market) en grondstrijdkrachten (Garden) gericht op het vestigen van een sterk bruggenhoofd tussen Arnhem en Nunspeet met diepe uitlopers over de IJssel bij Zwolle, Deventer en Zutphen. Na deze al snel mislukte operatie namen 25 september 1944 twee door tanks gesteunde infanteriebataljons van het Britse 30ste legerkorps (XXX Corps) het dorp Elst na drie dagen van hevige strijd in bezit. De vijandelijke troepen waren teruggedreven naar Rijkerswoerd.
De bevrijders van Elst waren troepen van het 7de bataljon van het Somerset Light Infantry Regiment en het 1ste bataljon van het Worcestershire Regiment met steun van tanks van respectievelijk het A-eskadron en het C-eskadron van het 4de en 7de bataljon van de Royal Dragoon Guards. De inscriptie op het monument vermeldt deze eenheden. De Somersets veroverden de zuidelijke helft van Elst en de Worcestershires de noordelijke helft. Hun aanval was traditiegetrouw voorafgegaan door een intensieve artilleriebeschieting. Daarvoor konden ze beschikken over de artillerie van de hele 43ste Wessex Infantry Division. Elst en Bemmel moesten uiterlijk 25 september 1944 veroverd zijn als een waarborg voor een veilige terugtrekking uit Oosterbeek van naar de omgeving van Hartenstein gevluchte en teruggetrokken Britse luchtlandingstroepen in de nacht van 25 op 26 september over de Grote Molenstraat en de Rijksweg Zuid in Elst.
De Britse 43rd (Wessex) Infantry Division, vestigde het geallieerde Over-Betuwse bruggenhoofd (The Island) binnen de frontlijnen Zetten - Randwijk, van Randwijk tot de spoorbrug bij Elden, langs de westzijde van de spoorlijn Arnhem-Nijmegen tot de Linge en ten slotte ten zuiden van de Linge tot Bemmel en Haalderen en dan naar de Waal. De Waalbrug bij Nijmegen was de levensader van het geallieerde bruggenhoofd.
Doel van de geallieerden was de volledige overwinning op Duitsland (Full Victory on Germany), niet de bevrijding van (West-)Europa. Het middel was vernietiging van de Duitse strijdkrachten, industriecentra en steden. Vernietiging van Duitse strijdkrachten zagen bewoners van een land, streek of plaats als bevrijding. Zo ook bewoners van Elst die na een verblijf van vier dagen en nachten in schuilkelders gedurende de strijd om Elst zich op maandag 25 september 1944 tegen de avond afvroegen of hun dorp door de geallieerden veroverd was en ze werkelijk bevrijd waren. Dat betekende wel dat Elst zich bevond “in bijzonderen staat van beleg en onder Militair Gezag” onder bestuur van een geallieerde bevelhebber.
Het bevrijdingsmonument tegenover het gemeentehuis in Elst wordt nog wel eens verward met een oorlogsmonument of een monument voor gevallen Britse strijders. Het gedenkteken is een schepping van Marina van der Kooi uit Amsterdam. Het bestaat uit een natuurstenen (travertin) sokkel met inscriptie waarop in brons een vierkant blok met schild waarlangs een zwerm vogels vliegt.