Dr. Jan Brouwer, Bridge to Liberation


De organisatoren van  Bridge to Liberation hebben sinds 2014, dus in tien jaar, historisch gezien weinig tot niets geleerd. Het multimediaspektakel bij  de John Frostbrug is  sinds 2014 nog steeds gewoon een te beleven evenement met veel onzin en ordinaire geschiedvervalsingen. Ieder jaar vindt het plaats op de derde vrijdag van september bij  en niet aan de voet van de John Frostbrug in Arnhem — de voormalige Rijnbrug, die volgens hen ‘een brug te ver bleek’ — een spectaculaire beleving met dans, muziek, beeld en vuurwerk waarin persoonlijke verhalen over de invloed van oorlog en de waarde van vrijheid centraal staan. Het vertelt ‘het verzonnen verhaal’ of de beruchte geschiedvervalsingen ’brug te ver’,  ‘slag om Arnhem’ van 17 tot - en ook dit is onjuist - 25 september 1944 en beoogt beleving van die gefingeerde slag met een spektakel of een zogenaamd herdenkingsevenement gebaseerd op historische onjuistheden. De organisatoren weten niets van bruggenhoofdoperatie Market Garden en zuigen van alles uit een hele dikke duim. Dat herdenken ze voor veel geld! Er was immers geen brug naar bevrijding, geen Rijnbrug die te ver was en bevrijding was geen doel van operatie Market Garden (17-21 september 1944). De Rijnbrug was de laatste brug voor het Britse Tweede Legerkorps op weg naar het te vormen bruggenhoofd. Zo simpel is dat. Een ‘’slag om Arnhem’’ is een domme en zeer beruchte geschiedvervalsing, omdat lichtbewapende luchtlandingstroepen immers geen slag kunnen leveren met een zwaarbewapende tegenstander met steun van zware wapens en Arnhem geen doel was.


Doel van de geallieerden was de volledige overwinning op Duitsland, niet de bevrijding van (West-)Europa. ‘’Brug naar bevrijding’’ en strijden voor bevrijding zijn dan ook domme geschiedvervalsingen. Het strategische doel van bruggenhoofdoperatie Market Garden was niet bevrijding, maar een Rijnoversteek bij Arnhem en de vestiging van een sterk bruggenhoofd tussen Arnhem en Nunspeet (het IJsselmeer) met diepe uitlopers over de IJssel bij Zwolle, Deventer en Zutphen (en eventueel Doesburg) als opstelplaats voor het Britse 2de Corps. Het tactische doel was het afsnijden van de Duitsers en hun V2-lanceerbases  in het westen van Nederland. Doel van de Britse 1ste Luchtlandingsdivisie was in het kader van luchtlandingsoperatie Market de vestiging van een bruggenhoofd aan weerszijden van de Neder-Rijn tussen de Westerbouwing en de spoorbrug bij Westervoort als opstelplaats voor de flankkorpsen. Market mislukte al binnen twee dagen ten  noorden van de Neder-Rijn. Op 19 september trokken vluchtende en teruggetrokken Britten naar gebied rond Hartenstein in Oosterbeek. Twee dagen later liepen  de Irish Guards vast op een Duitse blokkade ten zuiden van Elst. Ook grondoperatie Garden was mislukt. Operatie Market Garden was een brug te ver voor Montgomery, het te vormen bruggenhoofd op de Veluwe voor operatie Garden en het bruggenhoofd aan weerszijden van de Neder-Rijn voor operatie Market. De volgende dag ging Eisenhower akkoord met bruggenhoofdoperatie Gatwick inhoudende een Rijnoversteek met vorming van bruggenhoofden bij Wesel en Keulen.


Duidelijk is dat ook deze club net als het Airborne Museum in Oosterbeek geen verschil weet tussen brug en noordelijke toegangsweg naar de brug. Andere historische onjuistheden zijn verovering van Arnhem en vervolgens naar Duitsland om de oorlog in december 1944 te beëindigen; ‘slag om de Rijnbrug’ en de Rijnbrug als een ‘brug te ver’ en zelfs 'brug naar bevrijding'. Allemaal onzin. Tot het gemythologiseerde verhaal behoren ook onder meer de ordinaire leugen ‘onze John Frostbrug als een icoon van de Europese oorlogsgeschiedenis’. Herdenken is noodzakelijk ‘om het erfgoed uit WOII te eren en de geschiedenis levend te houden’. Duidelijk moet dan wel zijn dat wat men herdenkt ook historisch juist is. Voorzitter Bart van Meer van de Stichting Bridge to Liberation vindt dat het spektakel landelijke uitstraling moet krijgen. Hij verwijst daarbij naar ‘een brug met zo’n verleden’ en pleit voor meer ‘eerbetoon aan de parachutisten’. Alsof de zweefvliegeenheden geen rol van betekenis hebben gespeeld. Van Meer gelooft nog steeds in het gemythologiseerde verhaal van onder meer de film A Bridge Too Far en het boek van Martin Middlebrook. Daarin wordt de ‘roemruchte’ brug ten onrechte ingezet als icoon van de stad, ‘brug naar bevrijding’ en ‘brug naar de toekomst’. Britten wisten echter slechts gebouwen aan weerszijden van de noordelijke toegangsweg tot de brug te bereiken en daar defensieve posities in te nemen. Het juiste historische verhaal is dus nog steeds ver te zoeken.


Evacuatie. De gemeente Arnhem beweert nog steeds zonder enige kennis van zaken dat de evacuatie van de inwoners van Arnhem en andere plaatsen van 23 tot 25 september 1944 een gevolg was van de volledig mislukte ‘slag om Arnhem’. De evacuatie van burgers uit Arnhem van 23 tot en met 25 september van zuid naar noord had  evenwel niets te maken met de al op 19 september door de Britten verloren strijd of de geschiedvervalsing ‘slag om Arnhem’. Die evacuatie vloeide voort uit Duitse vrees voor een nieuw geallieerd offensief uit het geallieerde Over-Betuwse bruggenhoofd na troepenbewegingen ten zuiden van Nijmegen in het kader van bruggenhoofdoperatie Gatwick, luchtlandingen bij Overasselt en de Britse aanvallen op Elst en Bemmel op 23 september. Bovendien kon Britse artillerie in Nijmegen de Veluwezoom bereiken. Die vrees leidde tot de evacuatie van Arnhem, Elden, een groot deel van de Veluwezoom en het noordoostelijke deel van de Over-Betuwe. De bevolking van de rest van de Over-Betuwe moest in oktober en november 1944 op bevel van het Militair Gezag naar Noord-Brabant en  België evacueren door de dreiging en het gevaar van artilleriebeschietingen en onderwaterzetting door het opblazen van dijken bij een hoge waterstand. Aan de noordzijde van de Neder-Rijn wilden de Duitsers een sterke verdedigingslinie bouwen en beschikken over een vrij schootsveld: de Panther Stellung.

De Airborne region, Omroep Gelderland, Bridge to Liberation en De Gelderlander herdenken nog steeds een ‘’Slag om Arnhem’’ en veel andere onzin.

De Airborne region (vreselijk woord) wordt kritiekloos gevolgd door De Gelderlander 7 september 2023) en Omroep Gelderland (9 september). De Gelderlander besteedde aandacht aan ‘’Wat herdenken we tijdens de Airbornemaand?’’ en ‘’Tien tips over waar je naartoe zou moeten gaan’ 79 jaar na wat men nog steeds onjuist de zeer domme geschiedvervalsing ‘’Slag om Arnhem’’ noemt. Een beruchte geschiedvervalsing ook omdat Arnhem geen doel was en lichtbewapende luchtlandingstroepen geen slag kunnen leveren  met een zwaar bewapende tegenstander. De niet bestaande slag kan dan ook geen 'kantelpunt in  de geschiedenius' zijn, zoals sommige Arnhemmers die denken wat snugger te zijn beweren met het beruchte speldje over de slag in het knoopsgat. Het doel van operatie Market Garden was  niet ‘’een snelle opmars van de Belgische grens naar Arnhem’’ (…) ‘’om na de verovering van deze stad een bruggenhoofd te vestigen voor een frontale aanval op Duitsland’’.  Dat is meer de opmarsroute of -richting weergeven in plaats van het doel van een operatie. Het strategische doel van bruggenhoofdoperatie Market Garden was de vestiging van een sterk bruggenhoofd tussen  Arnhem en Nunspeet (IJsselmeer) met diepe uitlopers over de IJssel bij Zwolle, Deventer, Zutphen en eventueel Doesburg als opstelplaats voor het XXX Corps. Het tactische doel was het afsnijden van de Duitse troepen en  hun V2-lanceerbases in het westen  van Nederland. Het doel van de 1st British Airborne Division was niet de verovering van Arnhem of Rijnbruggen, maar de Rijnoversteek bij Arnhem en de vestiging van een bruggenhoofd langs de Neder-Rijn tussen de Westerbouwing en de spoorbrug bij Westervoort met ten minste een van de drie oeververbindingen als opstelplaats voor de flankkorpsen. De Britten wilden dit bruggenhoofd opbouwen van zuid naar noord. Daarom moesten drie bataljons over evenwijdige routes oprukken naar het oosten. Ze moesten de oeververbindingen in handen krijgen door het innemen van beide toegangswegen naar een brug. Daarom hadden de Britten gebruik moeten maken van het Drielse veer om de zuidelijke toegangswegen naar de spoor-, de ponton- en/of de verkeersbrug te kunnen innemen. Een generaal behoort op zijn  post te blijven en niet met troepen mee te gaan om op een zolder te kunnen belanden. Het bataljon van Frost hoefde dus niet naar de brug. Het vestigde defensieve posities in achttien gebouwen aan weerszijden van de noordelijke oprit naar de verkeersbrug. Het rekende erop dat de grondtroepen de zuidelijke oprit naar de brug zouden innemen. Weldra bleek de vestiging van beide bruggenhoofden een ‘’brug te ver’’. Luchtlandingsoperatie Market mislukte al op 19 september. De Britten vluchtten naar of trokken  zich terug op gebied rond Hartenstein in Oosterbeek, waar ze zich nog bijna een week verdedigden. Daar een bruggenhoofd vormen, was onmogelijk. Op 21 september mislukte ten zuiden van Elst om  circa 13.30 uur ook grondoperatie Garden. De landing van de  1ste Onafhankelijke Poolse Luchtlandingsbrigade om circa 17.15 uur vond dan ook niet plaats tijdens maar na de mislukking en beëindiging van operatie Market Garden! Zij waren niet betrokken bij de strijd in Arnhem omdat ze in de regio Driel-Oosterbeek meer dan genoeg te doen  hadden. Sosabowski kreeg dan ook niet de schuld van de mislukte opmars tegen Hitler-Duitsland zoals De Gelderlander abusievelijk beweert. Hij was ook niet de zondebok voor het mislukken van operatie Market Garden zoals de Airborne-region stelt.  Sosabowski moest van de Britse regering ontslagen worden  door de Poolse regering in ballingschap in Londen, omdat die weigerde de  Stalingezinde Poolse regering in Lublin te erkennen. Op 22 september kreeg Montgomery al toestemming voor operatie Gatwick: de Rijnoversteek en het vestigen van bruggenhoofden bij Wesel en Keulen (Amerikaanse 1ste divisie). Troepenverplaatsingen in het kader van die operatie, Britse aanvallen op Elst en Bemmel, luchtlandingen in Overasselt en Britse artillerie die Arnhem kon bereiken, waren voor de Duitsers redenen om de bevolking van Arnhem en langs de Neder-Rijn tot Wageningen te evacueren en daar de Panther Linie aan te leggen. De Britten in Oosterbeek die konden lopen,  konden in de nacht van  25 op 26 september door Britse en vooral Canadese genisten naar de zuidelijke oever van de Neder-Rijn worden gebracht. De Duitsers braken geen dijken door. Maar veroorzaakten bij Elden op 2 december 1944 een flink gat in de zuidelijke Rijndijk waardoor een groot deel van de Betuwe onder water kwam te staan. In  oktober en november was de burgerbevolking uit het geallieerde bruggenhoofd in de Over-Betuwe geëvacueerd naar Noord-Brabant en België.


Het spektakel Bridge to Liberation is ook onzin of een ordinaire geschiedvervalsing. De organisator, de heer A. Williams, weet totaal niets van operatie Market Garden en zuigt van alles uit een hele dikke duim. Er was immers geen enkele brug naar bevrijding en bevrijding was geen doel van operatie Market Garden. Doel van de geallieerden was niet bevrijding, maar de volledige overwinning op Duitsland. De grote herdenking van de geschiedvervalsing ‘’Slag om Arnhem’’ in de Berenkuil roept de vraag op wat men wil herdenken. Een Race to the Bridge is ook onzin. Er was in 1944 niemand op weg naar de brug, wel naar de opritten naar de brug. Een en ander lijkt op herdenking voor de vorm zonder de juiste inhoud. De White Ribbon Mile heeft een monument met een onjuiste tekst (Driel ligt niet ten noorden, maar ten zuiden van de Neder-Rijn. Dus: wat te herdenken bij veel onjuiste informatie.

 

Deel deze pagina