Een inhoudelijk slecht geschreven boek, met veel te veel historische onjuistheden. De auteur is er niet in geslaagd persoonlijke getuigenissen tegen de juiste historische achtergrond te plaatsen. Doel van operatie Market Garden was niet Arnhem, maar de vestiging van een sterk bruggenhoofd tussen Arnhem en het IJsselmeer met diepe uitlopers over de IJssel bij Zwolle, Deventer en Zutphen als opstelplaats voor het XXX Corps. Dit was een brug te ver voor het Britse Tweede Leger. De verkeersbrug bij Arnhem was geen doel en dus ook geen brug te ver. Een brug te ver voor de 1st British Airborne Division was de vestiging van een bruggenhoofd langs de Neder-Rijn tussen de Westerbouwing en Westervoort met daarin opgenomen tenminste een van de drie oeververbindingen bij Arnhem. Operatie Market Garden was een brug te ver voor de Britse veldmaarschalk Montgomery. Slag om Arnhem is een hardnekkige geschiedvervalsing. Lichtbewapende luchtlandingstroepen kunnen immers geen slag leveren met een zwaarbewapende tegenstander en Arnhem was hun doel niet. Ze werden dan ook al op 19 september - niet 25 september – verjaagd naar gebied rond Hartenstein in Oosterbeek. Arnhem werd 14 april niet bevrijd, maar van Duitse troepen gezuiverd. Canadese Polar Bears is onjuist. Bedoeld is de Britse 49th West Riding Infantry Division (Polar Bears). Ook een Tweede Slag om Arnhem is een mythe. Doel van de geallieerden was niet de bevrijding van (West-)Europa, maar de overwinning op Duitsland. Ze hielden dan ook geen bevrijdings-, maar overwinningsparades. Het middel was vernietiging van de Duitse strijdkrachten, industriecentra en steden. De evacuatie van de bewoners van Arnhem van 23 tot 25 september had niets te maken met het weer verkrijgen van de Duitse controle over Arnhem. De Duitsers vreesden een geallieerd offensief uit het Over-Betuwse bruggenhoofd na luchtlandingen bij Overasselt en de aanval op Bemmel en Elst op 23 september 1944. Het boek is gebaseerd op zestig verhalen of persoonlijke getuigenissen over de strijd in en bij Arnhem en de evacuatie. Aan de hand daarvan vertelt de auteur zonder enige historische kennis het verhaal van de geschiedvervalsing ‘slag om Arnhem’, de evacuatie en de terugkeer. Engelse soldaten waren in feite Britse soldaten. Ze vochten niet om de brug, maar om de noordelijke toegangsweg naar de verkeersbrug. De brug kon dan ook niet in Duitse handen komen. Ze konden wel de stad plunderen. Niet aanbevolen.
Titel en ondertitel zijn onjuist. De goed geschreven roman met veel onjuistheden over bruggenhoofdoperatie Market Garden gaat niet over Arnhem in september 1944 noch over de geschiedvervalsing ‘slag om Arnhem. Het boek gaat ook niet over ‘de strijd om de Rijnbruggen’. Onderwerp is een peloton pathfinders van de 21st Independent Parachute Company dat voornamelijk opereerde op en bij de landingsterreinen ten westen van Wolfheze en in delen van de perimeter. Daarin hadden restanten van de 1st British Airborne Division zich moeten terugtrekken na de snelle mislukking van luchtlandingsoperatie Market ten noorden van de Neder-Rijn op 19 en niet pas op 25 september 1944. Deze Onafhankelijke Compagnie loodste de hoofdmacht van de divisie naar de juiste terreinen. Hun taak was het opzetten van Eureka-radiobakens, uitleggen van witte nylon markeerlappen en ontsteken van gekleurde rooksignalen.
Andere historische onjuistheden zijn dat de luchtlandingstroepen een tapijt hadden neergelegd voor de grondtroepen (operatie Garden) tot Arnhem. In werkelijkheid liep de beschermde hoofdopmarsroute of Corridor tot de Waal. Op 21 september mislukte de grondoperatie toen de Irish Guards vastliepen op een Duitse blokkade ten zuiden van Elst. Doel van de grondtroepen, het Britse Tweede Leger, was de vestiging van een sterk bruggenhoofd tussen Arnhem en het IJsselmeer met diepe uitlopers over de IJssel bij de bruggen van Zwolle, Deventer en Zutphen als opstelplaats voor het XXX Corps. Doel van de Britten ten noorden van de Neder-Rijn was niet Arnhem of de bruggen, maar de vestiging van een bruggenhoofd tussen de Westerbouwing en Westervoort met daarin opgenomen ten minste een van de drie oeververbindingen. De Britten moesten ook niet ‘oprukken naar Arnhem, de stad bezetten en doortrekken naar de bruggen’ (p. 20, 33), waarvan ze er overigens al twee waren gepasseerd (de spoor- en de pontonbrug). Het 2de bataljon onder Frost wist de verkeersbrug niet te bereiken, ook niet de noordzijde of het noordelijk uiteinde van de brug en kwam ook niet op de brug. Het vestigde defensieve posities in gebouwen aan weerszijden van de noordelijke toegangsweg naar de verkeersbrug (p. 55, 79, 80, 105, 268). De perimeter in Oosterbeek was geen bruggenhoofd en daar ook niet geschikt voor te maken (p. 80, 106).
Het werk is goed geschreven, fraai uitgegeven, rijk geïllustreerd en bevat een bibliografie en index van personen. Nieuw is de informatie over een dertigtal gesneuvelden.
Inhoudelijk is het boek zeer zwak. De auteur kent het verschil tussen (Noord- en Zuid-)Holland en Nederland niet. Dit is erg verwarrend. Operatie Market Garden liet uiteraard Holland links liggen. Zoals te verwachten was op grond van de onjuiste ondertitel kent de auteur ook doel en aard van bruggenhoofdoperatie Market Garden niet. Duitsland in, het Ruhrgebied innemen en naar Berlijn om de oorlog met kerst 1944 te beëindigen is geen operatiedoel, maar een marsroute. Market Garden was geen luchtlandingsoperatie, alleen het onderdeel Market. Het strategische operatiedoel was niet Arnhem of de verkeersbrug bij Arnhem, maar vorming van een bruggenhoofd tussen Arnhem en het IJsselmeer; een brug te ver voor het 2nd Army. Het tactische doel was afsluiting van de Duitsers en hun lanceerbases voor V2-raketten in het westen van Nederland. Het doel van de 1ste Britse luchtlandingsdivisie was niet de inname van de verkeersbrug bij Arnhem, maar vorming van een bruggenhoofd tussen de Westerbouwing en Westervoort met ten minste één oeververbinding; ook dat was een brug te ver. Het ging bij operatie Market Garden dan ook niet om bruggen, maar om bruggenhoofden. Operatie Market Garden was een brug te ver voor Montgomery. Kate ter Horst was geen ‘Angel of Arnhem’, maar de ‘Angel of Oosterbeek’. Ze had geen tijd om naar Arnhem te gaan. De drie evenwijdige marsroutes naar het oosten zijn onjuist weergegeven op de kaart op p. XXVI en leidden uiteraard niet naar de brug. De bedoeling ervan was het beoogde bruggenhoofd op te bouwen van zuid naar noord. Alleen het 2de bataljon van de 1st Parachute Brigade moest drie oeververbindingen innemen. Het bereikte de brug of het noordelijke einde van de brug niet (uiteraard ook de C-compagnie van het 3de bataljon niet), maar gebouwen aan weerszijden van de noordelijke toegangsweg naar de brug. Het 1ste bataljon moest niet naar de Amsterdamseweg, maar over deze weg naar de Apeldoornseweg om het noordelijk deel van het bruggenhoofd te vormen en veilig te stellen. Von Alloworden is K. von Allwörden. De verkenners werden niet tegengehouden bij het tunneltje, maar op het weggetje langs de spoorlijn. Het doel van de geallieerden was niet de bevrijding van Europa, maar de overwinning op Duitsland. Na de mislukking van luchtlandingsoperatie Market ten noorden van de Neder-Rijn op 19 september, verdedigden de Britten tijdens de nasleep van de opratie geen perimeter ‘om’ maar ‘in’ Oosterbeek. Het Drielse veer is niet op 21 september door Duitsers tot zinken gebracht, maar een dag eerder door de veerman onklaar gemaakt door de gierkabel te kappen. Niet Canadezen bevrijdden Arnhem, maar de Britse 49ste (West Riding) Infantry Divison (Polar Bears) zuiverde die stad in april 1945. Hell’s Highway was niet de door Amerikaanse troepen beschermde Corridor in Noord-Brabant en Gelderland, maar uitsluitend de weg tussen Son en Uden. De kwestie-Sosabowski was geen persoonlijke of militaire kwestie, maar een politieke. De bevrijding van Nederland was niet in april en mei 1945, maar op 5 mei 1945 om 08.00 uur bij de inwerkingtreding van de onvoorwaardelijke capitulatie van ook de Duitse troepen in Nederland op 4 mei 1945 op de Lüneburger Heide. Een Duitse capitulatie of capitulatie van Duitsland was onmogelijk, omdat de geallieerden de regering-Doenitz niet erkenden. De onvoorwaardelijke capitulatie van de Duitse gewapende strijdkrachten op alle fronten was niet op 8 mei, maar op 7 mei 1945 in Reims en trad op 8 mei in werking. Daarom is 8 mei Victory in Europe Day (VE-Day).
Het boek is kritiekloos gebaseerd op verouderde en achterhaalde literatuur en films en is door de vele historische mythen dan ook bij verschijnen al verouderd en achterhaald. Niet aanbevolen.
Het met veel tamtam aangekondigde boek blijkt veel geschreeuw, maar weinig wol. De inhoud is achterhaald, sterk verouderd en bevat geen nieuws, maar wel veel onjuistheden die vooral voorkwamen in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De auteur heeft de vereiste literatuur niet bijgehouden en de historiografie over operatie Market Garden een zware slag toegebracht. Zijn boek plaatst die ongeveer dertig jaar terug. Het is dan ook beslist geen meesterwerk of standaardwerk, zoals hij durft te beweren. Het wemelt van mythen en andere onjuistheden en vertelt een sterk gemythologiseerd verhaal. Het bevat ondanks de mooie woorden geen ´compleet beeld van het strijdveld rondom Arnhem´, hooguit iets over Oosterbeek. Van het geallieerde Over-Betuwse bruggenhoofd bijvoorbeeld heeft de auteur helemaal niets begrepen. Hij ontdoet evenmin de geschiedvervalsing ´slag om Arnhem´ of ´deze beroemde veldslag van zijn mythen´.
Niet vermeld is welke strijd hij beschouwt als ‘de slag om Arnhem’. Lichtbewapende luchtlandingstroepen konden immers geen slag leveren met een tegenstander met zware wapens. Ze hadden zelfs te weinig projectielen voor de PIAT, een antitankwapen. Bovendien was Arnhem geen doel. De hardnekkige geschiedvervalsing ‘slag om Arnhem’ is dus niet weerlegd, maar vormt zelfs de titel van dit boek.
De titel dekt dus de lading niet. Bovendien is ‘Slag om Arnhem’ geen synoniem van operatie Market Garden. Onjuist is Boeree te bestempelen als de Nederlandse historicus van die gemythologiseerde ‘slag om Arnhem’. Onjuist is ook de geschiedvervalsing ‘slag om Arnhem’ ‘een nationaal trauma’ te noemen. Misschien in het Verenigd Koninkrijk, maar zeker niet in Nederland. Onzin is ook ‘de slag om Arnhem’ te bestempelen als ‘een van de grootschaligste luchtlandingen uit de oorlog, een heroïsche strijd die negen dagen duurde’. De zogenaamde slag was evenmin ´de grootste militaire operatie op Nederlands grondgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog´. Juist is wel strijd- in plaats van slagveld. Onjuist is het accent op heldhaftig of heroïsch gedrag met weglating van de slechte uitvoering van de operatie. Luchtlandingsoperatie Market ten noorden van de Neder-Rijn mislukte immers al binnen twee dagen op 19 september 1944. De defensieve nasleep sleepte zich nog een week voort in Oosterbeek. Hoofdoperatie Garden mislukte al op 21 september ten zuiden van Elst. Niet ´doordat de brug over de Rijn niet kon worden ingenomen´. Die was immers geen doel van grondoperatie Garden.
Al lang bekend in Nederland is dat operatie Market Garden een slecht plan was dat onvoldoende voorbereid op de verkeerde tijd slecht werd uitgevoerd. Montgomery was een ijdeltuit met onvoldoende kennis van het plangebied. Hij ruziede met zijn opperbevelhebber en collega’s over commandokwesties, bevoorrading en strategie. Hij zag niet in dat zuivering van Zeeland eerst nodig was voor de vrijmaking van de haven van Antwerpen. Operatie Market Garden was onmiskenbaar een brug te ver voor Montgomery. Een landing van parachutisten tussen Arnhem en Wesel is weer een mythe van de auteur. Montgomery mocht van opperbevelhebber Eisenhower kiezen tussen een Rijnoversteek en vorming van een bruggenhoofd tussen Arnhem en Wesel. Begin september koos hij voor Arnhem omdat bij Wesel te veel luchtafweergeschut stond. Na de snelle mislukking van operatie Market Garden koos hij al op 22 september voor Wesel en Keulen (operatie Gatwick).
Ook operatie Market Garden was geen luchtlandingsoperatie; alleen deeloperatie Market. Operatiedoelen waren niet bruggen; Arnhem, bevrijding van Nederland of een opmarsroute naar het Ruhrgebied en door de Noordduitse laagvlakte naar Berlijn om in 1944 te oorlog te beëindigen. Strijd of slag om de bruggen is dan ook onjuist. Overigens was de verkeersbrug bij Arnhem net zo cruciaal als de andere veilig te stellen bruggen, bijvoorbeeld de brug bij Son. Mythen zijn dat operatie Market Garden mislukte doordat de Rijnbrug niet ingenomen kon worden en dat die operatie de genadeslag voor de nazi’s moest betekenen. Het operatiedoel was immers de vorming van een bruggenhoofd tussen Arnhem en het IJsselmeer met diepe uitlopers over de IJssel. Meer niet! Het tactische doel was het afsnijden van de Duitse troepen en hun lanceerbases voor V2-raketten in het westen van Nederland. De luchtlandingstroepen moesten een tapijt leggen voor de grondtroepen. Deze beschermde route heette niet Hell’s Highway, maar Corridor of Clubroute. Hell’s Highway was slechts de aanduiding voor de route tussen Son en Uden. De Corridor liep niet tot Arnhem, maar tot de Waal. De route door de Over-Betuwe was immers onbeschermd door het schrappen van de landing van een Britse brigade in Elst. Op die weg – dijk is overdreven - liepen de grondtroepen dan ook snel vast. De aanduiding de Betuwe moet overigens de Over-Betuwe zijn.
Het doel van de 1ste Britse Luchtlandingsdivisie was niet verovering van de verkeersbrug bij Arnhem, maar vorming van een bruggenhoofd tussen de Westerbouwing en Westervoort. Dat bruggenhoofd moest beschikken over ten minste één van de drie oeververbindingen. Een mythe is dat de hele divisie of de 1ste Parachutistenbrigade opdracht had naar de brug te gaan. De 1ste Parachutistenbrigade moest over drie evenwijdige routes naar het oosten oprukken om het bruggenhoofd van zuid naar noord te vormen. Alleen het 2de bataljon moest de toegangswegen naar de oeververbindingen innemen. Een grote blunder en zeer verwarrend is dat de auteur het verschil niet kent tussen de verkeersbrug en de noordelijke toegangsweg naar de brug. Onzin is dan ook dat Britten de noordzijde of het noordelijk uiteinde van de verkeersbrug konden bereiken en zich op, rond en onder de brug bevonden; zelfs op de dijk naast de brug. Er stonden uiteraard geen huizen op het noordelijke uiteinde en ten westen van de brug. Er was ook geen slag of verzet op de verkeersbrug. Een Tigertank onder de brug zou gezonken zijn in de Neder-Rijn.
Een indicatie van het bedenkelijke inhoudelijke niveau van het boek biedt het volgende.
Al jaren geleden weerlegde mythen zijn:
Het Horsa – geen Waco -zweefvliegtuig was niet neergestort bij Vught, maar bij Dongen. Het bevatte geen gedetailleerde geallieerde orders over luchttransporten maar een dagorder aan de 101ste luchtlandingsdivisie.
Het Drielse veer is op 21 september niet door Duitsers vernietigd, maar op 20 september afgedreven nadat de veerman de gierkabel had gekapt
De perimeter rond Hartenstein was geen bruggenhoofd en was er ook niet geschikt voor te maken.
Bruhns moet Bruhn zijn, Worrowski Wossowski, Von Hoffman Von Hoffmann, Grupp Gropp, Bucknell Bucknall, Grammon gammongranaat en landpaatjes landpaadjes. Engeland moet Verenigd Koninrijk zijn, Schiefs Schiffs en Kate ter Horst Engel van Oosterbeek, niet van Arnhem. Ze had helemaal geen tijd en zin om naar Arnhem te gaan.
Andere mythen zijn:
Het gebruik van ´het Hartenstein´ en ´het Schoonoord´ is hoogst irritant. Dat moet uiteraard Hartenstein en Schoonoord zijn.
Een Arnhemse verzetsgroep had in Elst niet een trein opgeblazen, maar de spoorlijn vernield.
Harzer was geen Standartenführer, maar Obersturmbannführer. Fitch was geen kolonel, maar luitenant-kolonel en Winters geen majoor, maar kapitein.
Naast het begin van de opmarsroute lagen geen uiterwaarden en op 17 september was het nog geen herfst.
De 10de Schiffs Stamm Abteilung stond niet onder bevel van Ferdinand Kaiser, maar van Theodor Zaubzer.
Foto 8 is van een bijeenkomst op 28 september 1944. Er kon dus helemaal geen sprake zijn van het voorbereiden van een reactie op de al een week eerder mislukte operatie Market Garden.
Het XXX Corps kwam niet te laat in Nijmegen en de verovering van de Waalbrug was een doel van de 82ste Luchtlandingsdivisie.
De mythe van Jan van Hoof die draden naar de brug zou hebben doorgeknipt, is al jaren geleden weerlegd. Ook hij geloofde dat het ontstekingsmechanisme in het postkantoor lag.
Natuurlijk kwam de Waaloversteek uit de koker van Gavin. Hij wachtte al sinds dinsdag op het XXX Corps en had nog steeds niet de Waalbrug ingenomen.
Leden van de Nijmeegse ondergrondse beweerden dat het ontstekingsmechanisme om de Waalbrug op te blazen zich in het hoofdpostkantoor in Nijmegen bevond. Duitsers zouden die brug overigens nooit achter zich, maar altijd van de noordelijke oever opblazen.
Er stond geen geallieerd geschut ten noorden van de Waalbrug en het is onjuist te spreken over slag om Nijmegen, de Waal en de brug. Amerikanen zuiverden de stad.
Slechts tien boten keerden terug van de eerste Waaloversteekgolf.
Tijdens de Waaloversteek sneuvelden geen 89 parachutisten en genisten, maar twintig.
De weg van Nijmegen naar het noorden over Elst was niet vrij. Bij Elden bevonden zich een Schiffs Stamm Abteilung, verkenners van de gesneuvelde Gräbner en luchtafweergeschut.
De Duitsers konden de Rijnbrug bij Arnhem niet heroveren, omdat de Britten die brug niet hadden ingenomen.
De Rijnbrug bij Arnhem was niet 20 maar 21 september ´s middags weer geschikt voor doorgaand verkeer.
De Duitsers stuurden geen voertuigen in de richting Nijmegen, maar naar Elst.
´Het eiland´ was niet de benaming voor de Betuwe, maar voor de Over-Betuwe.
Britse verkenners reden niet op 21 maar op 22 september naar Driel.
Op 21 september waren er geen Royal Dragoon Guards bij Oosterhout, maar Welsh Guards.
Als je aan de KMA wilde slagen, moest je niet de route over Oosterhout naar Arnhem kiezen, maar langs de zuidelijke Veluwezoom.
Het 503de of 530ste Zware Pantserbataljon bereikte niet Arnhem met vijfenveertig tanks. Dat was het 506de bataljon. Het arriveerde in Zevenaar waar een compagnie naar Aken ging, een tweede compagnie naar Oosterbeek en de derde naar Knaust bij de Rijnbrug. Het 171ste Artillerieregiment is het 191ste.
De gedwongen evacuatie van inwoners van Arnhem van 23 tot en met 25 september 1944 was geen ´wraak voor de Nederlandse steun aan de geallieerden´. Deze evacuatie vloeide voort uit Duitse vrees voor een nieuw Duits offensief. Deze vrees was gevoed door luchtlandingen bij Overasselt en de aanval op Bemmel en Elst op 23 september.
Van 12 tot 14 april 1945 werd Arnhem niet bevrijd door Canadezen, maar gezuiverd door de Britse 49th (West Riding) Infantry Division (Polar Bears).
Op 22 september trokken geen troepen langs de spoorlijn naar Arnhem, maar naar de Duitse blokkade bij Ressen om de Irish Guards te ontzetten.
Von Maltzahn sneuvelde niet op 23 september 1944. Hij overleed in 1964.
De blokkades van de Corridor vonden voornamelijk plaats na de mislukking van operatie Market Garden.
De auteur weet niets van operatie Gatwick en het strategische belang, de aanvallen op en de verdediging van het geallieerde Over-Betuws bruggenhoofd.
Het Poolse 1ste bataljon landde 23 september niet bij Groesbeek, maar bij Overasselt. Slechts een enkele bron gebruiken voor de conferentie van Valburg is altijd een probleem. Sosabowski kende wel de situatie bij de Neder-Rijn, maar niet die van de Britse troepen in het Over-Betuws bruggenhoofd. De Britten kenden wel de situatie van de Britse troepen in de Over-Betuwe, maar niet die bij de Neder-Rijn. De troepen met boten stonden overigens klaar in Nijmegen. De auteur vermeldt veel onjuistheden over Sosabowski. Van de kwestie Sosabowski heeft Beevor niets begrepen. Dat was geen persoonlijke of militaire kwestie, maar een politieke kwestie. Het ontslag van Sosabowski hing samen met het onder druk zetten van de Poolse regering in ballingschap in Londen.
Zwolanski zwom alleen heen de rivier over. Terug kon hij met een bootje mee.
Warrack en niet de Duitse arts Skalka zou het initiatief hebben genomen voor een wapenstilstand op 24 september. Het kan ook een initiatief van beiden of van Skalka zijn geweest.
Een vrachtwagen met boten reed niet rechtdoor over de weg van Nijmegen naar Arnhem, maar op de Valburgseweg het dorp Elst in.
Op 24 september was er helemaal geen oversteek over de Neder-Rijn van Polen.
De 129ste brigade voerde geen aanvallen ´rond Elst´ uit. De 214de brigade zuiverde van 23 tot 25 september Elst. De 129ste brigade behoorde niet tot de 50ste Northumbrian divisie, maar tot de 43ste Wessex infanteriedivisie. Toevallige vervanging van deze brigade is onzin. Er was geen enkele reden voor achtervolging van Duitse troepen ten noorden van Elst op 25 september. Doel was de zuivering van Elst. De Linge was een goede verdedigingslinie van het bruggenhoofd.
Het Britse besluit tot terugtrekking van de 1ste Luchtlandingsdivisie was 23 september al genomen.
Aan de noordzijde van de Neder-Rijn lag geen rivierdijk. De Canadezen gebruikten in totaal geen 21 maar 22 stormboten.
Deeloperatie Market eindigde ten noorden van de Neder-Rijn niet op 26 maar op 19 september. Grondoperatie Garden was al 21 september mislukt.
De titel van hoofdstuk 27 en 28 dekt de lading niet en is onzin. De kaart bevat een aantal onjuistheden. De Betuwe was niet ‘het eiland’, maar de Over-Betuwe. De Betuwe is uiteraard wel een eiland. Dit heeft overigens niets te maken met een eventueel vertrek van vrouwen. De Betuwe was ook geen manneneiland. De 101ste Luchtlandingsdivie vertrok na veel plunderingen en roof eind november uit de Over-Betuwe. Het 1000 manneneiland van eind december 1944 tot begin april 1945 lag in en om Lent. Er was overigens geen 501ste luchtlandingsdivisie, wel het 501ste regiment van de 101ste luchtlandingsdivisie. In de steenfabriek had Kampfgruppe Oelkers gezeten en gewonden verpleegd.
De Easy compagnie stuitte overdag op een groep Duitsers tijdens een afleidingsaanval van een flankaanval van een Duitse divisie - geen compagnie - op Amerikaanse posities. De 82ste divisie voerde geen patrouilles uit naar de Neder-Rijn. De Duitse aanvallen op de Waalbruggen waren geen aanvallen op Nijmegen, maar op de levensader van het Over-Betuwse bruggenhoofd.
Fruitteler Ebbens werd gedood na onverantwoordelijk gedrag van Bachenheimer.
Van het Duitse offensief tegen het Over-Betuwse bruggenhoofd in de eerste week van oktober 1944 heeft de auteur niets begrepen. Beide Duitse pantserdivisies kwamen van het front bij Aken.
Er was geen overgave van Arnhem en geen plan om Arnhem te veroveren.
Het doodschieten van verzetsmensen waren geen Duitse wraakacties. Die waren bedoeld om kracht bij te zetten aan de eis om mannen te leveren voor het graven van tankgrachten in de IJssellinie.
De hongerwinter was geen gevolg van operatie Market Garden. Deze hongerwinter heeft er verder niets mee te maken als men uitgaat van de juiste operatiedoelen. De algemene spoorwegstaking was op bevel van de Nederlandse regering en had evenmin iets met de doelen van Market Garden te maken.
Het Eerste Canadese Leger trok eind maart en niet 5 april Nederland in.
De voedselbesprekingen op 28 april waren niet in Amersfoort, maar in Achterveld.
Op 5 mei 1945 was er geen overgave of capitulatie van de Duitse troepen in Nederland in Wageningen. Die hadden zich een dag eerder al overgegeven aan Montgomery op de Lüneburger Heide. Deze capitulatie trad op 5 mei om 08.00 uur in werking. Nederland was vrij.
Uiteraard niet aanbevolen. Grove schande om zulk prutswerk te publiceren.
met bijdragen van onder meer militair historicus Christ Klep over operatie Market Garden, een dure fout of een iconische mislukking.
Dit verzamelnummer bevat ‘het beste uit Historisch Nieuwsblad’, waaronder artikelen over de ‘De bange zomer van 1940’, de NSB, Jodenvervolging, de economie, profiteurs, operatie Market Garden en de Hongerwinter en informatie over films en boeken.
Een paar kritische opmerkingen. 14 mei 1940, de dag van de capitulatie (p. 7, 8 en 9 ) moet zijn 15 mei, de dag van de capitulatie in Rijsoord van het Nederlandse leger met uitzondering van de troepen in Zeeland.
Het inhoudelijk zwakke artikel van Christ Klep over operatie Market Garden behoeft enkele correcties. Deze operatie was geen luchtlandingsoperatie, maar een gecombineerde luchtlandings- (Market) en grondoperatie (Garden). Het operatiedoel was niet ‘de Duitsers definitief te verslaan’ of een opmarsroute te realiseren om de Siegfriedlinie heen naar het Ruhrgebied en Berlijn. Het operatiedoel was vestiging van een sterk bruggenhoofd tussen Arnhem en het IJsselmeer met diepe uitlopers over de IJssel als opstelplaats voor het XXX Corps. Het tactische doel was het afsnijden van de Duitsers en hun lanceerbases voor V2-raketten in het westen van Nederland. Het doel van de Britse 1st Airborne Division was vestiging van een bruggenhoofd langs de Neder-Rijn tussen de Westerbouwing en Westervoort met ten minste een van de drie oeververbindingen. Op 17 september daalden geen Britse en Canadese parachutisten af. ‘Alleen het bataljon van luitenant-kolonel John Frost bereikte de verkeersbrug in Arnhem’, aldus Klep die bovendien nog gelooft in de geschiedvervalsing van een ‘slag om Arnhem’. Het was nota bene het enige bataljon met de opdracht de zes toegangswegen naar de drie oeververbindingen in te nemen en te verdedigen. Het bereikte niet de verkeersbrug, maar vestigde defensieve posities in gebouwen aan weerszijden van de noordelijke toegangsweg naar de verkeersbrug. Hij kon daar geen bruggenhoofd vestigen. De andere bataljons hadden taken bij de opbouw van het beoogde bruggenhoofd van zuid naar noord. Operatie Market Garden mislukte niet op 26 maar op 21 september ten zuiden van Elst. De volgende dag wendde Montgomery de blik naar Wesel en Keulen (operatie Gatwick) voor de Rijnoversteek en vestiging van bruggenhoofden. Luchtlandingsoperatie Market was ten noorden van de Neder-Rijn overigens al op 19 september mislukt.
De tekst is goed leesbaar. De auteurs zijn RAF-piloot-schrijver en journalist-schrijver. Duidelijk is dat ze geen historici zijn. De titel is niet juist. Die bevat namelijk een beschrijving van de strijd ten noorden van de Neder-Rijn (geschiedvervalsing ‘slag om Arnhem') op basis van getuigenissen van meer soldaten. Van soldaten niet rond het noordelijke landhoofd, maar in defensieve posities in gebouwen aan weerszijden van de noordelijke toegangsweg naar de brug bij Arnhem; bij hulptroepen die oprukten ter versterking en achter de verdedigingslinies in en niet rond Oosterbeek. Dat verdedigingsgebied was geen bruggenhoofd en was er ook niet geschikt voor te maken. Doel van de geallieerden was inderdaad de overwinning op Duitsland, niet de bevrijding van (West-)Europa. Het accent ligt meer op (helden)moed, zelfopoffering en heroȉsme dan op historisch juiste informatie. Zelfs de doelen van operatie Market Garden en de 1st British Airborne Division kennen de auteurs niet. Schande om zo'n boek te schrijven.
Het doel (zeker geen doelwit) van Market Garden was niet Arnhem, bevrijding van Arnhem, de Rijnbrug bij Arnhem of een marsroute van Arnhem via het Ruhrgebied naar Berlijn om de oorlog nog voor kerst te beëindigen. Doel van 1st British Airborne Division was niet Arnhem of de Rijnbrug bij Arnhem. De auteurs nemen echter wel een juiste samenvatting uit de memoires van Montgomery over onder noot 11 (p. 368). Doel van operatie Market Garden was de vestiging van een sterk bruggenhoofd tussen Arnhem en het IJsselmeer met het front naar het oosten. Doel van de 1ste Britse Luchtlandingsdivisie was vorming van een bruggenhoofd langs de Neder-Rijn tussen de Westerbouwing en Westervoort waarin ten minste één oeververbinding was opgenomen. Operatie Market Garden was inderdaad een brug te ver, maar dan wel voor Montgomery. Vestiging van het beoogde bruggenhoofd was een brug te ver voor het Britse 2nd Army; niet alleen voor het XXX Army Corps. Vestiging van het bruggenhoofd langs de Neder-Rijn was een brug te ver voor de 1ste Britse luchtlandingsdivisie. Montgomery was geen legercommandant, maar bevelhebber van de Noordelijke Legergroep en de landingen waren niet in Arnhem of bij het bruggenhoofd bij Arnhem, maar in de omgeving van Wolfheze. Er was geen slag om Arnhem, geen epische veldslag in de uiterwaarden en ook geen heroȉsche slag om de brug. Niet alle troepen moesten naar de verkeersbrug. Het 2de bataljon moest de toegangswegen naar de drie oeverbindingen innemen. De strijd duurde niet van 17 tot 26 september, maar mislukte al op 19 september. Het in Noord-Brabant gevonden plan bevatte niet de opzet van Market Garden maar dagorders voor de 101ste Luchtlandingsdivisie. De pontonbrug was niet opgeblazen, maar het middelste gedeelte eruit gevaren. Verovering van de Rijnbrug was niet fase één van Market Garden. De Britten bereikten de brug en het landhoofd niet, bezetten de brug of het noordelijke deel ervan niet en streden niet op, rond en onder de brug. Duitsers konden de brug dan ook niet heroveren. De Britten vestigden defensieve posities in gebouwen aan weerszijden van de noordelijke toegangsweg naar de brug. Airbornesoldaten zijn niet gesneuveld voor onze vrijheid, maar voor de overwinning op Duitsland. Het Britse Tweede Leger werd niet ‘enkele kilometers voor Arnhem’ door Duitse tankeenheden tegengehouden’. Britse tanks stuitten 21 september ten zuiden van Elst op een Duitse blokkade. Operatie Market Garden was volledig mislukt. Onjuist is dat deze mislukking grote gevolgen had voor de Nederlandse bevolking. De evacuatie van Arnhemmers had niets met operatie Market Garden te maken. De Duitsers vreesden een nieuw geallieerd offensief uit het Over-Betuwse bruggenhoofd na luchtlandingen bij Overasselt en de Britse aanval op Elst en Bemmel. Britse artillerie kon de Veluwezoom bereiken. De 22 september 1944 goedgekeurde operatie Gatwick was gericht op vorming van bruggenhoofden bij Wesel en Keulen. De kwestie Sosabowski was een politieke kwestie.
Met foto’s, bibliografie en index.
Helder maar weinig kritisch geschreven tekst over het leven van Montgomery met als rode lijn de achtentwintig TAC HQs (Tactical Headquarters) van de 21 Army Group (later NGA). Met drie caravans voor kantoor, slaapruimte en kaartenkamer trok Montgomery van Londen over Portsmouth door Frankrijk en België, Nederland en Duitsland. Zijn laatste tijdelijke hoofdkwartier vestigde hij op 1 mei 1945 op de Lüneburger Heide. Hij leidde tot 1 september de Amerikaanse, Britse en Canadese legers; daarna de Brits-Canadese legergroep. Veel aandacht krijgt de invasie en strijd in Normandië; het Ardennenoffensief (Battle of the Bulge); de operaties Veritable and Grenade in het Rijnland; de Rijnoversteek bij Wesel (operatie Plunder) en uiteindelijk de uitschakeling van Monty. Zijn legergroep mocht slechts flankdekking bieden aan de Amerikaanse legergroep en het einddoel was niet Berlijn, maar Dresden.
Onjuistheden zijn het gebruik van Holland voor Nederland en Britse mythen over het trage Eerste Canadese Leger; de pro-Montgomery bespreking van het conflict met opperbevelhebber Eisenhower over de commandokwestie en de te volgen strategie; en het beeld over operatie Market Garden of Arnhem (overigens niet hetzelfde). Het doel van operatie Market Garden was geen opmarsroute naar Berlijn noch beeindiging van de oorlog in december 1944. Het doel was vorming van een bruggenhoofd tussen Arnhem en het IJsselmeer met diepe uitlopers over de IJssel. Arnhem was geen brug te ver voor de grondtroepen. Die stad was immers geen doel. Operatie Market Garden was een brug te ver voor Montgomery. Vestiging van een bruggenhoofd op de Veluwe was een brug te ver voor het Britse Tweede Leger. Vestiging van een bruggenhoofd tussen de Westerbouwing en Westervoort met ten minste één oeververbinding was een brug te ver voor de Britse 1st Airborne Division. Die was overigens lang niet zo glorierijk en heroïsch als de auteur doet voorkomen. Bovendien werden de Britten niet geëvacueerd uit Arnhem maar uit Oosterbeek. De capitulatie op 4 mei op de Lüneburger Heide van de Duitse troepen in Nederland, Noordwest-Duitsland en Denemarken betekende niet het einde van de oorlog in Europa. Deze capitulatie was ook geen capitulatie van het Derde Rijk of een Duitse overgave en hoefde ook niet gevolgd door enkele formaliteiten zoals de ondertekening door Eisenhower en de Russen. In Reims volgde de volledige overgave van alle Duitse strijdkrachten op alle fronten aan de geallieerden. De inwerkingtreding op 8 mei 1945 van de in Reims getekende Act of Military Surrender betekende het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa.
Index van vooral personen en plaatsen.
Op het eerste gezicht een van de betere boeken over (een deel van) operatie Market Garden. De auteur behandelt uitvoerig voorbereiding en vertrek, vlucht, landing en opmars van de 1ste Britse Luchtlandingsdivisie op de eerste dag van operatie Market Garden. De titel van het goed leesbare boek is onjuist en misleidend. Operatie Market Garden was geen luchtoorlog, maar bestond uit luchtlandingsoperatie Market die ondergeschikt was aan grondoperatie Garden. Aandacht is voornamelijk besteed aan de luchtlandingstroepen ten noorden van de Neder-Rijn; het noordelijke deel van luchtlandingsoperatie Market. Onjuist en erg verwarrend is het gebruik van (South en Northern) Holland voor Nederland. Inhoudelijk zwak is het voorwoord.
Jammer is dat de auteur zich vaak tegenspreekt. Doelen van operatie Market Garden waren immers niet Arnhem, bevrijding van Nederland of een opmars naar Duitsland om de oorlog rond Kerst 1944 te beëindigen. Het doel was de vestiging van een sterk bruggenhoofd tussen Arnhem en Nunspeet (IJsselmeer). Het enige doel van de 1st British Airborne Division was niet verovering van de Rijnbrug bij Arnhem, maar vestiging van een bruggenhoofd tussen de Westerbouwing en Westervoort met daarin opgenomen ten minste één oeververbinding. De drie evenwijdige routes naar het oosten beoogden niet meer snelheid, maar het vestigen van het bruggenhoofd van zuid naar noord. De auteur weet dat de troepen onder Frost defensieve posities vestigden in gebouwen aan weerszijden van de noordelijke toegangsweg naar de verkeersbrug. Toch spreekt hij abusievelijk over het bereiken en verdedigen van de brug; het innemen en vestigen van een perimeter rond het noordelijke einde van de brug en het zich begeven op en onder de brug, dus in het water. Onjuistheden zijn een beschermde opmarsroute naar Arnhem (die liep tot de Waal); vernieling van het ontstekingsmechanisme voor de Waalbrug in het hoofdpostkantoor in Nijmegen (bevond zich in een bunker ten noorden van de Waal); niet Browning maar Bittrich in Doetinchem (123); Noord-Holland en Rotterdam als doel van de 1ste Britse luchtlandingsdivisie (van Eerste Canadese Leger); spoorbrug bij Oosterbeek was opgeblazen door genisten van Krafft (Sprengkommando onder bevel van Kussin); 1ste Parachutisten Brigade moest de bruggen veroveren (alleen 2de parachutistenbataljon moest de noordelijke en zuidelijke toegangswegen naar de bruggen innemen).
Goed herkenbaar zijn de favoriete boeken van de auteur: Cornelius Ryan, A Bridge Too Far (1974; verouderd en achterhaald) en Martin Middlebrook, Arnhem. Ooggetuigenverslagen van de Slag om Arnhem, 1994 (met veel onjuistheden). De ooggetuigenverslagen geven een duidelijk, maar soms verwarrend beeld van de gebeurtenissen. De algemene informatie is door het gebruik van achterhaalde en verouderde literatuur veelal onjuist. Dat is jammer.
Index van vooral personen en plaatsen.
Het tweede deel besteedt aandacht aan de landingen en eerste strijd van de US 82nd en 101st Airborne Divisions. De meeste aandacht gaat weer uit naar het verloop van luchtlandingsoperatie Market ten noorden van de Neder-Rijn op 18 en 19 september 1944. Uitgebreid aan de orde komen de defensieve strijd van Britten aan weerszijden van de noordelijke toegangsweg naar de verkeersbrug; de landing op de Ginkelse heide en de mislukte opmars van de 4th Parachute Brigade; de derde lift met voedselpakketten; de vastgelopen strijd op de Utrechtseweg en Onderlangs en de terugtrekking en vlucht op 19 september naar Oosterbeek. Luchtlandingsoperatie Market ten noorden van de Neder-Rijn was mislukt, al erkent de auteur dit niet.
Onjuist en erg verwarrend is het gebruik van Holland voor Nederland. Gebruikte mythen zijn Arnhem als het doel van het Britse Tweede Leger; de vondst door Duitsers van het plan voor luchtlandingsoperatie Market op het lichaam van een officier in een bij Vught neergestort zweefvliegtuig; gebruik door Duitsers van het veer bij Huissen; drie meldingen van Amerikanen op 18 september dat ze de Waalbrug in handen hebben (ze kwamen niet verder dan het Graaf Lodewijkplein); de verkeersbrug bij Arnhem als doel van de 18 september gelande 4th Parachute Brigade. Mythen zijn ook dat de Britten onder Frost de Rijnbrug bereikten, veroverden en in handen hielden; op de brug waren; het noordelijke einde van de brug beheersten; voertuigen onder de brug en dus in de rivier reden; posities ten oosten van de brug hadden. In werkelijkheid hadden de troepen onder Frost defensieve posities ingenomen in achttien gebouwen aan weerszijden van de noordelijke toegangsweg naar de brug.
Index van personen en plaatsen.
Dit derde deel gaat over bevoorrading en strijd van 18 tot en 25 september 1944. Aan de orde komen strijd ten noorden van Eindhoven, in en bij Nijmegen en vooral de verdediging van gebied rond Hartenstein in Oosterbeek (de perimeter). Deze perimeter lag niet rond Oosterbeek en was geen bruggenhoofd.
Onjuist en erg verwarrend blijft het gebruik van Holland voor Nederland. Het boek bevat helaas veel onjuistheden en historische mythen. De Hells’s Highway, een deel van de opmarsroute, liep niet tot Nunspeet maar tussen Son en Uden. Op 18 september kwamen geen Amerikanen onder vuur bij de verkeersbrug in Nijmegen. De niet veertig, maar negenendertig gesneuvelden van 504 Parachute Infantry Regiment en andere eenhedden waren gevallen voorafgaand aan (vijf), tijdens (20) en na de Waaloversteek in Lent en Oosterhout (23) . Vooral bij het innemen van de noordelijke toegangswegen naar de spoor- en de verkeersbrug en het vestigen en verdedigen van het bruggenhoofd om Lent. Kate ter Horst was niet de Angel of Arnhem, maar de Angel of Oosterbeek. Overigens dekt de titel van hoofdstuk 7 de inhoud niet. Soms komt een dubbele tekst voor, bijvoorbeeld op de pagina’s 28 en 29 en 84 en 85. Op 20 september waren tussen Nijmegen en Arnhem niet slechts Duitse verkenners aanwezig, maar ook twee compagniën van 14. Schiffs Stamm Abteilung en troepen bij afweergeschut. Grondoperatie Garden mislukte 21 september ten zuiden van Elst. Deze mislukking betekende het einde van operatie Market Garden. De Irish Guards waren vastgelopen op een Duitse blokkade. Deze was niet van Knaust en bevond zich niet in Elst. Het ontstekingsmechanisme voor het opblazen van de brug bevond zich uiteraard niet in het postkantoor in Nijmegen. Dat bevond zich matuurlijk in een bunker aan de noordzijde van de rivier. Ook Van Hoof meende abusievelijk dat het ontstekingsmechanisme in het postkantoor lag. Duitse troepen hadden geen defensieve posities ingenomen op het noordelijke en zuidelijke einde van de verkeersbrug over de Waal. Ze hadden dat gedaan op en bij de noordelijke en zuidelijke toegangsweg naar de Waalbrug. De troepen van Frost hadden defensieve posities ingenomen in gebouwen aan weerszijden van de noordelijke toegangsweg naar de brug over de Neder-Rijn. Ze hadden dus geen posities aan beide zijden van de brug, op en onder de brug in het water rn ten oosten van de brug ook in het water. Ze konden de brug dan ook niet houden of verdedigen. Bruhns is Hauptmann Hans Bruhn, commandant van Panzergrenadier Ausbildungs und Ersatz Bn 361 en een artillerieregiment. Het veer in Driel was niet vernield tijdens de gevechten om de Westerbouwing. De veerman had 20 september al de gierkabel gekapt, waardoor het veer was afgedreven. Het 5th Batalion The Duke of Cornwall’s Light Infantry bereikte 22 september wel de Polen in Driel. Het brengen van voorraden naar de Britten rond Hartenstein mislukte. Zondag 24 september waren wel boten en brugslagmateriaal beschikbaar, maar geen troepen om over de Neder-Rijn te zetten. 383rd Volksgrenadier Division moet zijn 363rd Volksgrenadier Division. De aanval van deze divisie bij Opheusden was een vertraagde flankaanval voor het Duitse offensief uit Elden en Huissen gericht op de verovering van Elst. De 101st US Airborne Division vertrok niet begin, maar 28 november uit het Over-Betuwse bruggenhoofd (the Island) naar Frankrijk. Kampfgruppe Harzer (p. 187) is Kampfgruppe Harder. Op 2 november landden geen Canadese soldaten op Walcheren. Britse commando’s landden 1 november op Walcheren.
Index van personen en plaatsen.
Het vierde en laatste deel gaat voornamelijk over de defensieve strijd in Oosterbeek op 24 en 25 september 1944 en de evacuatie over de Neder-Rijn. De auteur gaat ook in op redenen voor de volledige mislukking van operatie Market Garden. Arnhem of de verkeersbrug over de Neder-Rijn bij Arnhem waren echter geen brug te ver. Dat waren immers geen doelen. Operatie Market Garden was voor Montgomery een brug te ver. Het vestigen van een sterk bruggenhoofd tussen Arnhem en het IJsselmeer was voor het Britse 2de Leger een brug te ver. Vestiging van een bruggenhoofd tussen de Westerbouwing en Westervoort met ten minste één oeververbinding was voor de 1st British Airborne Division een brug te ver. Vier boeken schrijven over operatie Market Garden blijkt voor de auteur wat de algemene informatie betreft een brug te ver. Zelfs wanneer een van de doelen het accentueren van Brits heroïsme en Britse heroïek is.
Het gebruik van Holland voor Nederland blijft onjuist en is zeer hinderlijk. Onjuistheden zijn ook de schrijfwijze van Seuss Inquaart voor Seyss Inquart en SS-Obersturmbahnfürer voor SS-Obersturmbannführer; onderschriften bij de foto over Sosabowski in Driel (Valburg) en tanks bij Uden (in Oosterhout (Gld.); en de titel van hoofdstuk 7.
Mythen zijn inname van de Rijnbrug bij Arnhem en het daar vestigen van een bruggenhoofd; de Schot Warrack noemen als initiatiefnemer voor de wapenstilstand op 24 september; het 4de bataljon Dorset de Britten laten versterken in plaats van hulp bieden bij de evacuatie; de indruk wekken dat er 24 september Britse troepen beschikbaar waren voor een grootscheepse oversteek van de Neder-Rijn; beweren dat de weg van Nijmegen naar Driel die dag was afgesneden en dat 45 Tiger tanks naar Nijmegen waren gezonden; het aantal Britse en Canadese boten bij de twee sectoren voor de evacuatie (8-8 Britse en 8-14 Canadese); het ontslag van Sosabowski (was een politieke kwestie); het houden van Arnhem door de Britten; en het bevrijden door Canadezen van het noorden van Nederland (veiligstellen van een verbindings- en bevoorradingsroute en flankbescherming voor het Britse Tweede Leger). Mythen zijn ook de capitulatie van de Duitse troepen in Nederland op 5 mei 1945 en de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland op 8 mei 1945. De legergroep waartoe ook de Duitse troepen in Nederland behoorden, gaf zich op gezag van het Oberkommando der Wehrmacht op 4 mei 1945 op de Lüneburger Heide over aan de Britse veldmaarschalk Montgomery. Deze capitulatie trad 5 mei 1945 om 08.00 uur in werking. De onvoorwaardelijke overgave van alle Duitse troepen – niet van Duitsland - was op 7 mei 1945 in Reims. Deze capitulatie trad op 8 mei in werking (V-E Day).